• ti·ran·ni·seer
vervoeging van
tiranniseren

tiranniseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tiranniseren
    • Ik tiranniseer. 
  2. gebiedende wijs van tiranniseren
    • Tiranniseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tiranniseren
    • Tiranniseer je?