• ti·che·len

tichelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tichelen
tichelde
geticheld
zwak -d volledig
  1. maken van producten door klei te bakken
41 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be