thuisbankierden
- thuis·ban·kier·den
vervoeging van |
---|
thuisbankieren |
thuisbankierden
- meervoud verleden tijd van thuisbankieren
- Wij thuisbankierden.
- Jullie thuisbankierden.
- Zij thuisbankierden.
- Wij thuisbankierden.
- Het woord thuisbankierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.