terugzeggende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·zeg·gen·de
Werkwoord
vervoeging van: | terugzeggen |
terugzeggende
- verbogen vorm van terugzeggend, het onvoltooid deelwoord van terugzeggen
vervoeging van: | terugzeggen |
verbogen vorm: | terugzeggendee |
terugzeggende