• ter·ras·sen

de terrassenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord terras


  • ter·ras·sen

terrassen,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van terrasse


  • ter·ras·sen
Naar frequentie 14364

terrassen,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van terrasse


  • ter·ras·sen

terrassen,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van terrasse