tendeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ten·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tenderen |
tendeerde
- enkelvoud verleden tijd van tenderen
- Ik tendeerde.
- Jij tendeerde.
- Hij, zij, het tendeerde.
- Ik tendeerde.
vervoeging van |
---|
tenderen |
tendeerde