ten huidigen dage

  • ten hui·di·gen da·ge

ten huidigen dage

  1. nu, vandaag de dag
    • Wat sinds grootvaders tijd ook moge veranderd zijn, de voornaamste eis is nog ten huidigen dage: Degelijkheid bovenal! [1]
  1. Reclametekst van Kreymborg uit 1926