telewerkt
- te·le·werkt
vervoeging van |
---|
telewerken |
telewerkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telewerken
- Jij telewerkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telewerken
- Hij telewerkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van telewerken
- Telewerkt!
- Het woord telewerkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.