• Afgeleid van taule “nor, bajes” met het achtervoegsel -ard.

taulard m

  1. (spreektaal) bajesklant
    «Moshe, c’est un ancien taulard, c’est pour ça qu’il trouve pas de taf.»
    Moshe is een ouwe bajesklant, daarom kan hij geen baan vinden. [1]