Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·kel·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aantakelen

takelden (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aantakelen
    • Wij takelden aan. 
    • Jullie takelden aan. 
    • Zij takelden aan. 

Gangbaarheid