• IPA: /'tʰɔ:ʃiç/
Gebiedende wijs Naamwoord
tòisich tòiseachadh
Onafhankelijk Afhankelijk
Verleden tijd thòisich do thòisich
Toekomende tijd

tòisich

  1. beginnen, aanvangen, starten
    «Cuin a thòisich thu ag obair an seo?»
    Wanneer ben daar begonnen te werken?