• su·per·ela·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord superelatief superelatieven
verkleinwoord superelatiefje superelatiefjes

superelatief

  1. (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met het bijwoord vanboven uitgedrukt wordt: een beweging vanaf de bovenzijde van iets anders