suft in
- suft in
vervoeging van |
---|
insuffen |
suft (...) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insuffen
- Jij suft in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insuffen
- Hij suft in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van insuffen
- Suft in!
- Het woord 'suft in' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.