Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • sue·ño
enkelvoud meervoud
sueño sueños

Zelfstandig naamwoord

sueño m

  1. slaap, nachtrust
  2. slaperigheid
  3. droom
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
soñar

sueño

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van soñar