sudokude
- su·do·ku·de
vervoeging van |
---|
sudokuen |
sudokude
- enkelvoud verleden tijd van sudokuen
- Ik sudokude.
- Jij sudokude.
- Hij, zij, het sudokude.
- Ik sudokude.
- Het woord sudokude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.