stylet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stylet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stylen |
stylet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stylen
- Jij stylet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stylen
- Hij stylet.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stylen
- Stylet!
Gangbaarheid
- Het woord stylet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.