stuksla
- stuk·sla
vervoeging van |
---|
stukslaan |
stuksla
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukslaan
- ... dat ik stuksla.
vervoeging van |
---|
stukslaan |
stuksla
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van stukslaan
- ... dat men stuksla.
- Het woord stuksla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.