Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuk·sla

Werkwoord

vervoeging van
stukslaan

stuksla

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukslaan
    • ... dat ik stuksla. 

Werkwoord

vervoeging van
stukslaan

stuksla

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van stukslaan
    • ... dat men stuksla.