strompelden aan
- strom·pel·den aan
- uit strompelden (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
aanstrompelen |
strompelden (...) aan
- meervoud verleden tijd van aanstrompelen
- Wij strompelden aan.
- Jullie strompelden aan.
- Zij strompelden aan.
- Wij strompelden aan.
- Het woord strompelden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.