Noors

Woordafbreking
  • stran·da
Naar frequentie 3247

Werkwoord

stranda

  1. verleden tijd van stranda
  2. voltooid deelwoord van stranda
Schrijfwijzen

[1-2]: strandet

Zelfstandig naamwoord

stranda, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van strand
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • stran·da

Werkwoord

stranda

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast stranda, zie aldaar

stranda

  1. verleden tijd van stranda
  2. voltooid deelwoord van stranda

stranda

  1. gebiedende wijs van stranda
Schrijfwijzen

Werkwoord

stranda

  1. verleden tijd van strande
  2. voltooid deelwoord van strande

stranda

  1. gebiedende wijs van strande
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

stranda, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van strand