stranda
- stran·da
Naar frequentie | 3247 |
---|
stranda
[1-2]: strandet
stranda, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van strand
- stran·da
stranda
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast stranda, zie aldaar
stranda
stranda
- gebiedende wijs van stranda
stranda
stranda
- gebiedende wijs van strande
stranda, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van strand