strammer
- stram·mer
strammer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van stram
- Het woord strammer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- stram·mer
Naar frequentie | 16026 |
---|
strammer
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stramme
- stram·mer
strammer
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stramme