Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stouwt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstouwen

stouwt (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstouwen
    • Jij stouwt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstouwen
    • Hij stouwt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanstouwen
    • Stouwt aan! 

Gangbaarheid