• stop·pet

stoppet

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stoppe

stoppet

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stoppe

stoppet

  1. voltooid (verleden) deelwoord van stoppe

stoppet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van stopp


  • stop·pet

stoppet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van stopp