• ste·der
Naar frequentie 642

steder

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van sted


  • ste·der
Naar frequentie 861

steder (van stede, steder, stedde, har stedd)

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stede
  •  ster ww  (van ste, ster, stedde, har stedd)

steder (van stede, steder, stedte, har stedt)

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stede

steder

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van stad

steder

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van sted


  • ste·der

steder (van stede, steder, stedde, har stedd / har stedt)

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stede
  •  ster ww  (van ste, ster, stedde, har stedd / har stedt)