Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stap·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstappen

stapten (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanstappen
    • Wij stapten aan. 
    • Jullie stapten aan. 
    • Zij stapten aan. 

Gangbaarheid