stapelstenen
- Geluid: stapelstenen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstapəlˌstenə(n) / (4 lettergrepen)
- sta·pel·ste·nen
- stapelsteen met uitgang -en
de stapelstenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stapelsteen
- ▸ Tegenover het dorp, aan de'andere kant van het beekje, liggen een paar ruïnes tegen de berg geplakt. Een indiaans jochie gaat op blote voeten ons voor over de stenen trappen, langs de terrassen en de huisjes van slordige stapelstenen en door een paar poortjes tot we bij muren komen van glad gepolijste stenen.[1]
- Het woord 'stapelstenen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Jan Roelofsen“In de heilige vallei van de inca's” (24 januari 1976) op nrc.nl