Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stampt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
instampen

stampt in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instampen
    • Jij stampt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instampen
    • Hij stampt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van instampen
    • Stampt in! 


Gangbaarheid