staartdeelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: staartdeelt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstardelt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- staart·deelt
Woordherkomst en -opbouw
- staartdeel ww met de uitgang -t
Werkwoord
vervoeging van |
---|
staartdelen |
staartdeelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staartdelen
- Jij staartdeelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staartdelen
- Hij staartdeelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van staartdelen
- Staartdeelt!
- ▸ Het dalende peil voor cijferend rekenen moet vooral worden toegeschreven aan het afnemend aantal rekenaars dat staartdeelt en het toenemende aantal rekenaars dat de opgaven probeert op te lossen zonder uitwerking, zonder aanwijsbare oplossingsstrategie.[1]
Gangbaarheid
- Het woord staartdeelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hans Fischer“Verslag lezing en werkgroep Kees van Putten” (november 2008) op beteronderwijsnederland.nl