spook om
- spook om
vervoeging van |
---|
omspoken |
spook (...) om
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoken
- Ik spook om.
- gebiedende wijs van omspoken
- Spook om!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoken
- Spook je om?
- Het woord 'spook om' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.