sponst

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sponst    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sponst

Werkwoord

vervoeging van
sponsen

sponst

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sponsen
   

   • Jij sponst. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sponsen
   

   • Hij sponst. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sponsen
   

   • Sponst! 

vervoeging van
sponzen

sponst

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sponzen
   

   • Jij sponst. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sponzen
   

   • Hij sponst. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sponzen
   

   • Sponst!