spilt
- spilt
vervoeging van |
---|
spillen |
spilt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spillen
- Jij spilt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spillen
- Hij spilt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spillen
- Spilt!
- spilt
Naar frequentie | 2366 |
---|
spilt
- voltooid deelwoord van spile
spilt
- voltooid deelwoord van spille
- spilt
spilt
- voltooid deelwoord van spilla
spilt
- voltooid deelwoord van spille