Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spie·gel·fa·brie·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de spiegelfabriekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spiegelfabriek
    • Toen ik een jaar of twaalf was gingen ze uit elkaar, maar van vlak vóór die tijd herinner ik me nog, dat mijn vader, die leraar Frans was, een tijdlang ineens allerlei post kreeg van spiegelfabrieken, waar hij spiegels besteld bleek te hebben, die echter nooit aankwamen. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen