spieën
- spie·en
de spieën mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord spie
spieën
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spieën |
spiede |
gespied |
zwak -d | volledig |
- iets met een spie vastzetten
- Het woord spieën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spieën" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be