speelpleintje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speelpleintje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspelplɛincə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- speel·plein·tje
Woordherkomst en -opbouw
- speelplein met het achtervoegsel -tje
Zelfstandig naamwoord
het speelpleintje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord speelplein