Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·ci·eus
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen specieus specieuzer meest specieus
verbogen specieuze specieuzere meest specieuze

Bijvoeglijk naamwoord

specieus

  1. (verouderd) schijnbaar waar maar eigenlijk foutief