Noors

Werkwoord

spara

  1. verouderde spelling of vorm van sparte tot 2005 [1]
(verleden tijd van spare)

spara

  1. verouderde spelling of vorm van spart tot 2005 [1]
(voltooid deelwoord van spare)

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 Taalhervorming 2005:
    Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005 (in het Noors)
    1.2.2.2 Svake verb / B Verb der bøyningsvormer kommer i tilleg / 1 Tillegg av -a el. -et eller både -a og -et


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • spa·ra
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud spara
o enkelvoud spara
meervoud spara
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
spara

Bijvoeglijk naamwoord

spara

  1. gespaard
Schrijfwijzen

Werkwoord

spara

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast spare, zie aldaar

spara

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van spara
Schrijfwijzen

har bakt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van spara
Schrijfwijzen

spara

  1. voltooid (verleden) deelwoord van spara
Schrijfwijzen

spara

  1. gebiedende wijs van spara
Schrijfwijzen

Werkwoord

spara

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van spare
Schrijfwijzen

har bakt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van spare
Schrijfwijzen

spara

  1. voltooid (verleden) deelwoord van spare
Schrijfwijzen

spara

  1. gebiedende wijs van spare
Schrijfwijzen