• spa·tjes rood

de spaatjes roodmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spa rood
     Toen ik in het begin droog stond, nam ik alleen spaatjes rood.[1]
  1.   Weblink bron 'Ik ben in de hel geweest' : Uit het dagboek van een alcoholist in: Het vrije volk, jrg. 32 nr. 9000 (11 september 1976), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 17 kol. 6