spaatjes rood
- Geluid: spaatjes rood (hulp, bestand)
- IPA: / ˌspacəsˈrot / (3 lettergrepen)
- spa·tjes rood
- spaatje rood zn met de uitgang -s na het zelfstandig naamwoord
de spaatjes rood mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spa rood
- ▸ Toen ik in het begin droog stond, nam ik alleen spaatjes rood.[1]
- Het woord 'spaatjes rood' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron 'Ik ben in de hel geweest' : Uit het dagboek van een alcoholist in: Het vrije volk, jrg. 32 nr. 9000 (11 september 1976), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 17 kol. 6