sorna
- sor·na
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sorna | sornas |
sorna v
vervoeging van |
---|
sornar |
sorna
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sornar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sornar
- sorna in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española