soigneert
- soig·neert
vervoeging van |
---|
soigneren |
soigneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soigneren
- Jij soigneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soigneren
- Hij soigneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van soigneren
- Soigneert!
- Het woord soigneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.