soigneerde
- Geluid: soigneerde (hulp, bestand)
- soig·neer·de
vervoeging van |
---|
soigneren |
soigneerde
- enkelvoud verleden tijd van soigneren
- Ik soigneerde.
- Jij soigneerde.
- Hij, zij, het soigneerde.
- Ik soigneerde.
- Het woord soigneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.