Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snow·boot
enkelvoud meervoud
naamwoord snowboot snowboots
verkleinwoord snowbootje snowbootjes

Zelfstandig naamwoord

de snowbootm

  1. (schoeisel) een laars ontworpen voor natte weersomstandigheden met sneeuw en kou

Gangbaarheid