Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snijdt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
insnijden

snijdt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insnijden
    • Jij snijdt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insnijden
    • Hij snijdt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van insnijden
    • Snijdt in!