Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smeet bui·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
buitensmijten

smeet (...) buiten

  1. enkelvoud verleden tijd van buitensmijten
    • Ik smeet buiten. 
    • Jij smeet buiten. 
    • Hij, zij, het smeet buiten.