smeet
- smeet
vervoeging van |
---|
smijten |
smeet
- enkelvoud verleden tijd van smijten
- Ik smeet.
- Jij smeet.
- Hij, zij, het smeet.
- Ik smeet.
- Het woord smeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smeet" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be