• smeet
vervoeging van
smijten

smeet

  1. enkelvoud verleden tijd van smijten
    • Ik smeet. 
    • Jij smeet. 
    • Hij, zij, het smeet. 
74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be