• smakt
vervoeging van
smakken

smakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smakken
    • Jij smakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smakken
    • Hij smakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van smakken
    • Smakt!