• slut·ter
Naar frequentie 2510

slutter, o

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van slutte


  • slut·ter
Naar frequentie 1229

slutter

  1. tegenwoordige tijd van slutte

slutter

  1. (verouderd), (beroep) cipier, gevangenbewaarder, gevangenisbewaarder (mannelijke vorm)
  2. (verouderd), (beroep) gevangenbewaarster, gevangenisbewaarster (vrouwelijke vorm)