slurp
- slurp
vervoeging van |
---|
slurpen |
slurp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slurpen
- Ik slurp.
- gebiedende wijs van slurpen
- Slurp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slurpen
- Slurp je?
- Het woord slurp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slurp" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- slurp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slurp | slurpe |
slurp
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
slurp |
geslurp |
volledig |
slurp onovergankelijk