• slep·per
Naar frequentie 789

slepper

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sleppe

slepper

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van sleppe


  • slep·per

slepper

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sleppe

slepper

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van sleppe