• IPA: /sɪŋgapuːrskɪ/
  • sin·ga·pur·sky
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord singapurský met het achtervoegsel -y

singapursky

  1. (demoniem) Singaporees; met betrekking tot het land Singapore
  2. (demoniem) (op z'n) Singaporees; met betrekking tot het volk de Singaporezen