Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·cun·di
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de secundimv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord secundus

Gangbaarheid


Latijn

Zelfstandig naamwoord

secundī

  1. nominatief mannelijk meervoud van sĕcŭndus
  2. vocatief mannelijk meervoud van sĕcŭndus
  3. genitief mannelijk enkelvoud van sĕcŭndus
  4. genitief onzijdig enkelvoud van sĕcŭndus