• se·cun·di

de secundimv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord secundus


secundī

  1. nominatief mannelijk meervoud van sĕcŭndus
  2. vocatief mannelijk meervoud van sĕcŭndus
  3. genitief mannelijk enkelvoud van sĕcŭndus
  4. genitief onzijdig enkelvoud van sĕcŭndus