schrikverwekkends
- Geluid: schrikverwekkends (hulp, bestand)
- IPA: /ˌsxrɪkvərˈwɛkənts/
- schrik·ver·wek·kends
- schrikverwekkend met de uitgang -s
schrikverwekkends
- partitief van de stellende trap van schrikverwekkend
- Voor mij zou de dood zelfs de hongersnood, hier in deze donkere gangen, niets schrikverwekkends hebben; want de gedachte, dat ik heilige plichten vervulle, zou mijn einde verzachten. [1]
- Het woord 'schrikverwekkends' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Ecrevisse, P. (ed. H. op den Kamp)Vier verhalen uit het land van Zwentibold. (1979) Schrijen Boek, Maastricht; p. 42; geraadpleegd 2016-05-02